In ons laatste artikel hebben we een update geven over de stand van zaken in de tomatenteelt, maar ook in de paprikateelt heeft men te maken met diverse uitdagingen. Teeltspecialist Marvin Koot vertelt u daarom in dit artikel over de ontwikkelingen op het gebied van geïntegreerde plaag- en ziektebestrijding in de Nederlandse Paprikateelt onder glas.
Trips:
De roofmijt populaties zijn al maanden goed aanwezig in het gewas, waardoor de druk van de Californische trips steeds lager wordt. Dit jaar hebben we met name met Transeius montdorensis en Amblyseius degenerans gewerkt. Het voordeel van deze roofmijten is dat ze naast trips ook spint en wittevlieg bestrijden. Deze roofmijten zijn echte veelvraten. Vooral A. degenerans bestrijdt veel verschillende plaaginsecten en kan zich daarnaast ook goed handhaven in warme dagen, waarvan wij er de komende zomer nog voldoende van verwachten.
Ook de Orius laevigatus wordt effectief ingezet als biologische bestrijder van trips. Het voordeel van deze roofwants is dat die naast tripslarven ook volwassen tripsen op het menu heeft staan (in tegenstelling tot de roofmijten). Daarnaast zien we dat de Orius veel beter uit de nieuw geïntroduceerde verpakkingen komen.
Bladluis:
Afgelopen najaar kwamen uit verschillende delen van het land (o.a. Andijk, de Noordoostpolder en Zevenhuizen) meldingen binnen over grote problemen met bladluisbestrijding in de conventionele paprikateelt. Telers uit deze gebieden meldden dat chemische correcties met middelen als Teppeki, Closer of Gazelle in het najaar niet meer het gewenste resultaat gaven. De bladluizen waren amper bestreden en de plaagdruk bleef erg hoog. De zorgen met betrekking tot het bestrijden van de bladluizen namen steeds sterker toe onder zowel de specialisten als de telers.
Onze specialisten hebben veelvuldig overleg gevoerd over deze kwestie. De problematiek was dusdanig groot dat wij ook contact hebben gezocht met diverse specialisten en stakeholders van buiten onze eigen organisatie, onder andere met andere partners van belangenvereniging Artemis. Wij hebben als industrie veel tijd genomen om goed over deze kwestie te overleggen en de observaties die wij als adviseurs unaniem in het veld zagen:
Zeer snel vorming van gevleugelde bladluizen, veel meer en veel sneller dan voorheen
Chemische correcties die weinig tot geen resultaat gaven
Zeer snelle verspreiding en populatie opbouw van bladluis (door bovenstaande trends)
Zeer moeilijk/onmogelijk voor biologie om de boel onder controle te houden (Als gevolg van bovengenoemde oorzaken).
Al snel gingen er geluiden op dat er mogelijk “een nieuwe luissoort” aanwezig was. Verschillende firma’s hebben de luizen laten determineren, maar ondanks de bevindingen uit het veld kwam daaruit steeds de “gewone” perzikluis (Myzus persicae) naar voren. Uiteindelijk is uit recent DNA onderzoek gebleken dat er wel degelijk een nieuwe mutant aanwezig is van Myzus persicae en dat deze inderdaad minder gevoelig is voor chemie. Daarnaast is deze nieuwe ondersoort in staat zich sneller te verspreiden door snelle ontwikkeling van gevleugelde individuen. Met het grote pakket biologische bladluisbestrijders van Biobest is het in bepaalde mate mogelijk de luis biologisch te bestrijden (lees, af te remmen). In de praktijk blijkt echter dat er op termijn altijd een chemische correctie nodig is om de bladluis op een acceptabel niveau te houden. Bladluis op een biologische manier bestrijden zonder goede correctiemiddelen is onhaalbaar, zeker nu we te maken hebben met deze nieuwe variant perzikluis.
Het is van uiterste noodzaak om naast de beschikbare correctiemogelijkheden gebruik te maken van het brede pakket biologische bestrijders. Denk hieraan aan de verschillende sluipwespen, de galmug, de verschillende zweef- en gaasvliegen, en de lieveheersbeestjes. Onze adviseurs kunnen u ondersteunen in de juiste keuze van inzet van deze bestrijders.
Spint:
Spint is een plaag die elk jaar wel weer tevoorschijn komt bij elke paprikatelers. Preventief worden hier al roofmijten als T. montdorensis en A. degenerans ingezet, maar men weet dat het bijna onmogelijk is om de plaagdruk van de spint laag genoeg te houden met deze roofmijten. In de praktijk zien we dat de roofmijt Amblyseius californicus de populatieontwikkeling van spint sterker remt. Desondanks zal er naast A. californicus ook andere bestrijders moeten worden ingezet om volledige controle te bieden.
Mocht spintdruk te veel oplopen zet dan volvelds Feltiella acarisuga in. Deze galmug is goed in het opsporen van brandhaarden van spint en is zelfs in staat spintplekken te vinden voordat de scouts dit doen. Het advies is om deze bestrijder minimaal drie keer in te zetten met vier potten per hectare per keer. Ook Phytoseiulus persimilis is een echte opruimer van spint. Het advies is om bij een volveldse inzet minimaal tien stuks per m2 te strooien. In spinthaarden zal dit aantal wel flink hoger moeten zijn.
Tot slot kan ook Macrolophus pygmaeus zeker helpen in de spintbestrijding in een paprikateelt. Naast spint eet deze bestrijder ook rupseneieren, wittevlieg en bladluis. Een ideale bestrijder om in een biologisch systeem te gebruiken in deze teelt!
vlnr; Spint; Phytoseiulus eet Spint; Micromus; Macrolophus
Comments