In dit artikel geven we u een update over de huidige stand van zaken op het gebied van geïntegreerde gewasbescherming in de tomatenteelt. De gehele tuinbouw verkeerd in een bijzondere situatie door aanhoudende uitdagingen op het gebied van arbeid en energie. Des te belangrijker is het om voldoende aandacht te schenken aan uw gewasbeschermingsstrategie, waarbij de biologische bestrijding nog steeds de basis vormt. Tot nu toe is de plaagbestrijding in de tomaten over het algemeen goed verlopen. Op dit moment, begin juni, zien we echter verschillende plagen in het gewas opkomen. Specialist Arjo van Lenteren geeft u een korte update:
Wittevlieg
De ontwikkeling van de Macrolophus pygmaeus in het gewas is dit seizoen erg goed geweest, mede door de nieuwe verpakkingsmethode.
We zien dit bij de telers terug doordat wittevlieg nog goed onder controle is. Daarnaast zien we onderweg goede parasitering door de inzet combinatie Encarsia formosa en Eretmoceres. Daarom gaan we ervanuit dat we de witte vlieg redelijk goed onder controle kunnen houden met biologische bestrijders.
Nesidiocoris
Helaas zien we dat de Nesidiocoris de laatste maanden steeds vaker opduikt. Wij hebben hem momenteel al gesignaleerd in verschillende gebieden van Nederland. Let extra scherp op of deze plaag ook in u gewas voorkomt. Als er een grote macrolophuspopulatie in de kas wordt waargenomen kan dit een rem zijn op de ontwikkeling van Nesidiocoris. Monitor dit wel extra scherp en mocht er toch een correctie noodzakelijk zij neem dan contact op met uw adviseur.
Spint
Bij meerdere bedrijven zien we de spintdruk vooral plaatselijk ontstaan. Het is goed mogelijk Spint biologische te bestrijden door het inzetten van Phytoseiulus en Macrolophus pygmaeus. Allereerst is het belangrijk om goed te scouten, zodat de brandhaarden 100% in kaart gebracht zijn. Pak deze brandhaarden zo snel mogelijk aan. Dit kan door in de haarden 40 Phytoseiulus per m2 te strooien en ruim om de haard heen 10 stuks per m2 te strooien. Hou de inzet van Phytoseiulus minimaal 3 weken aan, echter meestal is langer nodig. Daarnaast is het ook zinvol om in de haarden extra Macrolophus uit te zetten. Denk hierbij aan een inzet van 4 Marcro’s per m2. Ook dit dient u voor minimaal 3 weken achtereen vol te houden. Mochten er toch planten in beeld komen, waarbij de spintdruk te hoog is en de biologische bestrijding het niet meer aan kan, kunt u het beste plaatselijk corrigeren. Spuit dan plaatselijk met een correctiemiddel. Er zijn diverse middelen op de markt overleg met u adviseur welke het beste is op dit moment.
Rupsen
Van oudsher de grootste uitdaging op het gebied van rupsenbestrijding is de tomaten mineermot, ofwel Tuta absoluta. De bedrijven die tijdig gebruik gemaakt hebben van de verwarringsferomonen, zoals Isonet-T, hebben de plaagdruk redelijk goed onder controle. Enkele bedrijven hebben echter gewacht met het ophangen van de feromonen tot de eerste larvegangen zichtbaar werden. Dit is zeer riskant en helaas is dit bij een aantal bedrijven ook niet goed uitgepakt, waardoor vroege correcties nodig geweest zijn. Ons advies is om schoon te beginnen en te blijven door goede inzet van Isonet-T. Begin tijdig met Isonet en vervang de feromonen ook op tijd. Isonet heeft een levensduur van ongeveer 14 weken en u dient minimaal 100 dispensers per 1000m2 op te hangen. Ons advies blijft, begin schoon met Isonet.
Naast Tuta worden ook de andere rupsen steeds vaker gevonden. Bij rupsen is het belangrijk om zo snel mogelijk in te grijpen. Vooral bij de biologische oplossing, bijvoorbeeld inzet van bacillus thuringiensis, is het belangrijk om in te grijpen bij kleine rupsen (Stadia L1, L2). U kunt hiervoor gebruik maken van Delfin. Raadzaam is om ook BT producten af te wisselen om resistentie te voorkomen. Voor grotere rupsen kan uit een aantal middelen worden gekozen. Overleg hierover met u adviseur.
Bladluis
Tot nog toe is het relatief rustig op het gebied van bladluizen, echter we zien bij enkele bedrijven de bladluizen nu toch opkomen. Meestal wordt dat geen probleem, door de goede populaties van Macrolophus pygmaeus. Het is echter wel raadzaam om hier extra in te zetten op biologische bestrijding. Dit kan door de inzet van Aphidius ervi en Aphidoletes. Mocht de luisdruk toch te groot worden, zal er ook een correctie noodzakelijk zijn, we verwachten echter dat dit in de meeste gevallen niet nodig zal zijn en dat de biologische bestrijders hun werk zullen doen.
Comments